Wij informeren u graag over de gewijzigde wetgeving inzake schulden van consumenten. Dit zijn enkele praktische richtlijnen om te implementeren in uw dagelijkse werking.
Vanaf 01.12.2023 trad het boek XIX “Schulden van de consument” uit het Wetboek Economisch Recht definitief in werking. Deze nieuwe wet is van toepassing op elke vervallen en onbetaalde schuld van een consument aan een onderneming.
Vooreerst lichten wij u graag nog eens de basisprincipes uit de wet toe:
- Een eerste betalingsherinnering is altijd kosteloos. Enkel de hoofdsom mag worden opgeëist. Er kan dus nog geen betaling gevraagd worden van interesten en/of schadebeding.
- Wilt u bij een tweede herinnering interesten en/of een schadebeding aanrekenen, dan moet u in de eerste herinnering reeds vermelden welke bijkomende kosten er in rekening zullen worden gebracht indien er geen gevolg wordt gegeven aan de eerste kosteloze herinnering.
- U moet na verzending van de eerste betalingsherinnering een wachttermijn van 14 kalenderdagen respecteren alvorens u deze extra kosten in een tweede herinnering ook effectief kunt aanrekenen.
Kortom, u bent als onderneming verplicht een eerste herinnering te verzenden die zich beperkt tot de openstaande hoofdsom en is het slechts na verzending van deze eerste herinnering en het respecteren van een wachttermijn van 14 kalenderdagen, dat er naast de hoofdsom ook interesten en een schadebeding gevorderd kunnen worden.
Indien wij bij de opstart van uw invorderingsdossier opmerken dat u zelf nog geen eerste kosteloze herinnering verstuurd hebt, dan versturen wij deze voor u zodat u in de regel bent.
Plafonnering van de schadevergoeding
Een tweede belangrijk aspect van de gewijzigde wetgeving betreft de plafonnering van de schadevergoeding bij niet (tijdige) betaling van de schuld. De schadevergoeding kan enkel de vorm aannemen van een verwijlinterest en/of een forfaitair bedrag. Deze bedragen zijn onderworpen aan wettelijke maxima:
- De verwijlinteresten mogen niet hoger zijn dan de referentie-interestvoet vermeerderd met acht procentpunten zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. Voor het eerste semester van 2024 bedraagt de maximale intrestvoet 12,5%.
- De forfaitaire vergoeding mag niet hoger zijn dan:
- 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk is aan 150 euro;
- 30 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is;
- 65 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2.000 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is.
Als men de eerste gratis ingebrekestelling met wachttermijn van minimaal 14 kalenderdagen en de begrenzing van de schadevergoeding niet in acht neemt, dan is de consument vrijgesteld van betaling van deze schadevergoeding.
De rechter kan daarnaast bevelen dat elke betaling verkregen in strijd met de algemene bepalingen bij niet-tijdige betaling (ingebrekestelling, schadebedingen), wordt beschouwd als een geldige betaling door de consument aan de schuldeiser en moet worden terugbetaald aan de consument door degene die de betaling heeft ontvangen. De rechtbank beschikt dus over een bijzonder zware sanctiemogelijkheid.
Tegenstelbaarheid en rechtsgeldigheid
Een derde belangrijk aandachtspunt betreft de tegenstelbaarheid en rechtsgeldigheid van de clausules uit uw contractvoorwaarden en/of algemene voorwaarden die de gevolgen van een laattijdige betaling regelen.
Om de voormelde bedragen te kunnen en mogen aanrekenen, moeten uw contractvoorwaarden en/of algemene voorwaarden tegenstelbaar zijn aan uw klant. Hiervoor moet er voldaan zijn aan twee vereisten:
- Kennisname: Uw klant moet voorafgaand of ten laatste op het moment van het afsluiten van de overeenkomst die de basis voor de latere factuur vormt, kennis (kunnen) nemen van de contractvoorwaarden en/of de algemene voorwaarden. Indien u werkt met algemene voorwaarden neemt u die best integraal op in uw offerte, bestelbon en/of contract. Een eerste vermelding van de algemene voorwaarden op een factuur gericht aan een consument is laattijdig.
- Aanvaarding: Uw klant moet de contractvoorwaarden en/of de algemene voorwaarden uitdrukkelijk of stilzwijgend aanvaarden. In dat laatste geval stelt er zich veelal een bewijsproblematiek. Indien er geen bewijs voorligt van aanvaarding van de algemene voorwaarden, dan zal een rechtbank die zonder meer buiten beschouwing laten.
Het ideale scenario is het integraal en effectief overmaken van uw contractvoorwaarden en/of algemene voorwaarden waarna u deze volledig ondertekend terugkrijgt. U doet er dus goed aan om bij het overmaken van uw contractvoorstel niet alleen te vragen om de offerte, bestelbon of het contract maar ook de algemene voorwaarden ondertekend of geparafeerd terug te sturen. Op die manier heeft u een sluitend bewijs dat de algemene voorwaarden tegenstelbaar zijn aan uw klant.
Wederkerig en gelijkwaardig
Ten slotte moeten schadebedingen ten aanzien van een consument wederkerig en gelijkwaardig zijn. Bedingt u een bedrag bij niet-tijdige betaling door de consument, dan moet daartegenover ook een beding staan dat een gelijkwaardig bedrag aan de consument toekent bij het niet-naleven van een verbintenis van de onderneming (bv. de niet-tijdige uitvoering van een dienst of een laattijdige levering van de bestelde goederen).
Om uw algemene contractvoorwaarden op orde te brengen, stellen wij voor dat u uw huidige clausule met betrekking tot de laattijdige betaling vervangt door de onderstaande clausule:
- x. De facturen zijn betaalbaar op de zetel van het bedrijf uiterlijk op de vervaldatum vermeld op de factuur.
- x.1. In B2B context zal bij niet-betaling van het factuurbedrag op de vervaldatum van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling een interest verschuldigd zijn conform artikel 5, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties op het openstaand factuurbedrag, alsook een forfaitaire schadevergoeding gelijk aan 10% van het openstaande factuurbedrag, met een minimum van 50,00 euro en onverminderd het recht om een hogere schadevergoeding te vorderen mits bewijs van een hogere werkelijk geleden schade.
- x.2. In B2C context zal bij niet-betaling van het factuurbedrag op de vervaldag een eerste kosteloze herinnering worden verstuurd aan de consument met vermelding van het verschuldigde saldo en het bedrag van het schadebeding (forfaitaire vergoeding + interesten) dat zal worden geëist bij niet-betaling binnen een termijn van 14 kalenderdagen die ingaat op de derde werkdag na verzending van de eerste herinnering of wanneer de eerste herinnering langs elektronische weg wordt verzonden, binnen de 14 kalenderdagen na de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering werd verzonden. Vanaf een tweede herinnering is een forfaitaire vergoeding verschuldigd ten belope van (a) 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan 150 euro is; (b) 30 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is; (c) 65 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2000 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is. Daarbovenop is ook een verwijlinterest verschuldigd vanaf de dag die volgt op de dag waarop de eerste kosteloze herinnering is verzonden ten belope van de referentie-interestvoet vermeerderd met 8 procentpunten bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. In het geval wij onze contractuele verplichtingen niet zouden nakomen, heeft de consument na ons daartoe voorafgaandelijk in gebreke te hebben gesteld het wederkerige recht op eenzelfde vergoeding ten belope van de voornoemde bedragen onder (a), (b) of (c), onverminderd het recht van de consument om een hogere schadevergoeding te vorderen mits bewijs van de hogere werkelijk geleden schade.
In de praktijk merken wij op dat de rechtbanken dergelijke clausule uit algemene voorwaarden als rechtsgeldig beschouwen, mits de algemene voorwaarden tegenstelbaar zijn aan de klant.
We hopen u hiermee van dienst te zijn geweest. Mochten er nog vragen of opmerkingen zijn, aarzelt u niet ons te contacteren.